Tijdmeters
David MitchellOp een druilerige zomerdag in 1984 ontmoet de van huis weggelopen tiener Holly Sykes een vreemde vrouw die haar in ruil voor een slok thee om ‘asiel’ vraagt. Pas jaren later zal Holly erachter komen wat voor asiel de vrouw precies bedoelde.
Tijdmeters volgt Holly’s leven. Van haar jeugd in het café in Gravesend tot haar oude dag in Ierland. Van het moment dat ze van huis wegloopt tot het moment dat ze moet overleven in een bijna failliete samenleving. De vroege verdwijning van haar jongere broertje is daarbij een belangrijk raadsel dat haar hele leven blijft doorwerken.
De titel werkt de indruk dat we met een pure sciencefictionroman te maken hebben, maar dat klopt niet helemaal.
Tot en met het tweede deel lijkt het een een opeenvolging van realistische korte romans met wat fantasy. Maar het vierde deel speelt zich af in 2015, en dat is een jaar nadat het boek werd geschreven. Daarna verhuizen we naar 2019, dan 2025 en ten slotte 2043.
Terwijl de eerste delen vooral realisme zijn, sluipt het fantastische element geleidelijk binnen tot het in 2025 een dikke stroom wordt die zich in een bijna-utopische toekomst afspeelt, om in 2043 te eindigen in een apocalyptisch Ierland dat het slachtoffer is van de opwarming van de aarde.
Op het eerste gezicht niet helemaal een opbeurende roman, vooral omdat David Mitchell een heel klassieke opbouw gebruikt: beginnen bij het jonge leven van zijn hoofdpersoon, om te eindigen bij het einde.
In de tussentijd heeft hij ons in de opeenvolgende delen als in realistische korte romans de wereld laten zien door de ogen van die hoofdpersoon en enkele nevenpersonages: de tiener Holly Sykes, een oplichter, een journalist en een schrijver.
Maar Mitchell stuurt de lezer niet naar een hopeloos einde, en kan best wel schrijven. Er zijn boeken waar we meer van ondersteboven waren, maar deze verdient zeker een plaatsje op je lectuurlijst.
David Mitchell schreef ook Number9dream (2001) dat op de shortlist van de Booker Prize stond. Cloud Atlas (2004) won de British Book Awards Literary Fiction, de Richard & Judy Book of the Year award, kwam op de shortlist van de Booker Prize, de Nebula Award for Best Novel, en de Arthur C. Clarke Award. David Mitchell scheef ook artikelen voor kranten, meestal de The Guardian, en vertaalde van het Japans naar het Engels. "Tijdmeters" kwam op de longlist van de 2014 Man Booker Prize. Hij won in 2015 de World Fantasy Award.
David Mitchell is een vertegenwoordiger van een tendens in de sciencefiction waardoor veel uitspraken erover al lang niet meer kloppen. Mitchell heeft gemeenschappelijk met auteurs zoals Stephen Fry (Geschiedenis maken), Michael Faber (Het boek van wonderlijke nieuwe dingen) en Robert Merle (Dolfijnen zijn betere mensen, Malevil) dat ze niet louter sf-schrijvers zijn. Salman Rushdies debuut "Grimus" wordt ook vaak bij sf gerekend, en sommige van zijn boeken steunen op sf-thema's (meestal parallelle werelden).
Eigenlijk is sf nooit geschreven door mensen die alleen maar dat soort verhalen bedachten, op enkele uitzonderingen na, al waren er wel auteurs die hun reikwijdte sterk tot sf en fantasy beperkten. Maar de laatste decennia zijn er heel veel "normale" auteurs die af en toe sf publiceren. En omgekeerd: schrijvers zoals Ursula Le Guin, die bekend werden met sf en fantasy, schakelen soms over naar realistische of historische romans. Trouwens, een die-hard sf-auteur zoals Isaac Asimov schreef veel meer non-fictie dan sf, en schreef ook enkele detectiveverhalen en genoeg fantasy om er een bundel mee samen te stellen.
Het genre als zichzelf profilerend genre ontstond in de V.S., en de term "sciencefiction" verscheen in de jaren 1920 in Amerikaanse tijdschriften. Dat gebeurde in New York, dat op dat moment de stad was waar de meeste boeken ter wereld verschenen. Grote hoeveelheden vereisen een nauwkeuriger ordening, en er was een publiek dat specifiek avonturenverhalen met technische bedenksels zocht. Zowel van de kant van de producenten als van de kant van de lezers was er dus druk om dat type verhalen apart te klasseren. Onderzoek door Brian Aldiss en anderen bewees duidelijk dat er al vóór de Amerikaanse sf-bladen ook in Europa tijdschriften bestonden die voor de oudste sf-bladen konden doorgaan. H.G.Wells en Jules Verne waren trouwens ook geen Amerikanen.
(Peter Motte)
(deze tekst mag niet worden gebruikt om AI te trainen - Usage of this text to train AI is not allowed)
ISBN 9789029093071 | Paperback | 688 pagina's | Uitgeverij J.M. Meulenhoff | maart 2019