Henkjan Honing - Iedereen is muzikaal
Geplaatst: 12 Mei 2014, 11:27
M'n bespreking is nog niet af, maar ik zet 'm hier toch maar vast neer. Als ik op de verkeerde weg ben, dan hoor ik dat toch graag voor ik klaar ben.
Henkjan Honing – Iedereen is muzikaal - Wat we weten over het luisteren naar muziek
Dit was niet bepaald een eenvoudig te lezen boek en ik had regelmatig de neiging om met de auteur in discussie te gaan. Dat zal ik hier misschien ook wel doen.
Het boek begint met de vraag waarom we naar muziek luisteren en wat het nut is van muziek, vragen waarop niet echt een antwoord wordt gegeven. Het boek bevat geen notenvoorbeelden, om ‘kenners’ niet te bevoordelen ten opzichte van ‘leken’. Wat mij betreft schiet de auteur hiermee z’n doel wel voorbij, want het boek wordt er niet leesbaarder door. Voor de ‘leek’ zal het niet moeilijker zijn dan voor de ‘kenner’, waarbij ik niet weet in welke categorie ik val. Goed, ik kan in ieder geval noten lezen en ik heb wat kennis van muziektheorie, maar dat is het dan ook wel. In het hoofdstuk ‘Het geheim in kaart gebracht’ wordt het een en ander geïllustreerd met diagrammen, die het verhaal eerder ingewikkelder maken, dan dat ze de zaak verhelderen. Misschien dat dit anders is voor mensen die wat meer kennis hebben van muziekcognitie, maar voor mij, als leek op dit gebied, ligt het toch anders. Aan de hand van de tekst begrijp ik wel wat de schrijver bedoelt, maar de diagrammen bieden daarbij weinig toch houvast. In het boek komen overigens wel wat notenvoorbeelden voor, maar die zijn alleen om bepaalde ritmische dingen te illustreren.
In het tweede deel van het boek gaat het om de vraag hoe we muziek nu eigenlijk moeten zien en wat muziek nu eigenlijk is. Men begint met de definitie dat muziek een taal is, misschien zelfs een universele taal. Volgens de auteur klopt dit niet, omdat in muziek de notie van semantiek ontbreekt. Muziek verwijst niet naar een object of een concept en dat is het belangrijkste verschil tussen taal en muziek. Toch hebben we het wel over de taal van de muziek. Muziek kan bijvoorbeeld weemoedig klinken, vrolijk, energiek of treurig en op die manier met de luisteraar communiceren. Maar goed, dat is mijn interpretatie.
In het volgende hoofdstuk wordt muziek gezien als geluid, maar volgens de auteur is muziek ook geen geluid. Geluid en geluidskwaliteit maken muziek namelijk niet tot muziek. Volgens de auteur is muziek ook geen ‘georganiseerd geluid’. De redenering dat de waarneming, muziek pas tot muziek maakt, vind ik ergens wat vreemd. Ja, de luisteraar voegt z’n eigen informatie toe, maar is dat eigenlijk wel zo? Dat het liedje een spannend ritme heeft, of treurig is, een driekwartsmaat of zwaar op een reggea-bas leunt, zijn toch over het algemeen zaken die de componist er al in heeft gestopt.
Henkjan Honing – Iedereen is muzikaal - Wat we weten over het luisteren naar muziek
Dit was niet bepaald een eenvoudig te lezen boek en ik had regelmatig de neiging om met de auteur in discussie te gaan. Dat zal ik hier misschien ook wel doen.
Het boek begint met de vraag waarom we naar muziek luisteren en wat het nut is van muziek, vragen waarop niet echt een antwoord wordt gegeven. Het boek bevat geen notenvoorbeelden, om ‘kenners’ niet te bevoordelen ten opzichte van ‘leken’. Wat mij betreft schiet de auteur hiermee z’n doel wel voorbij, want het boek wordt er niet leesbaarder door. Voor de ‘leek’ zal het niet moeilijker zijn dan voor de ‘kenner’, waarbij ik niet weet in welke categorie ik val. Goed, ik kan in ieder geval noten lezen en ik heb wat kennis van muziektheorie, maar dat is het dan ook wel. In het hoofdstuk ‘Het geheim in kaart gebracht’ wordt het een en ander geïllustreerd met diagrammen, die het verhaal eerder ingewikkelder maken, dan dat ze de zaak verhelderen. Misschien dat dit anders is voor mensen die wat meer kennis hebben van muziekcognitie, maar voor mij, als leek op dit gebied, ligt het toch anders. Aan de hand van de tekst begrijp ik wel wat de schrijver bedoelt, maar de diagrammen bieden daarbij weinig toch houvast. In het boek komen overigens wel wat notenvoorbeelden voor, maar die zijn alleen om bepaalde ritmische dingen te illustreren.
In het tweede deel van het boek gaat het om de vraag hoe we muziek nu eigenlijk moeten zien en wat muziek nu eigenlijk is. Men begint met de definitie dat muziek een taal is, misschien zelfs een universele taal. Volgens de auteur klopt dit niet, omdat in muziek de notie van semantiek ontbreekt. Muziek verwijst niet naar een object of een concept en dat is het belangrijkste verschil tussen taal en muziek. Toch hebben we het wel over de taal van de muziek. Muziek kan bijvoorbeeld weemoedig klinken, vrolijk, energiek of treurig en op die manier met de luisteraar communiceren. Maar goed, dat is mijn interpretatie.
In het volgende hoofdstuk wordt muziek gezien als geluid, maar volgens de auteur is muziek ook geen geluid. Geluid en geluidskwaliteit maken muziek namelijk niet tot muziek. Volgens de auteur is muziek ook geen ‘georganiseerd geluid’. De redenering dat de waarneming, muziek pas tot muziek maakt, vind ik ergens wat vreemd. Ja, de luisteraar voegt z’n eigen informatie toe, maar is dat eigenlijk wel zo? Dat het liedje een spannend ritme heeft, of treurig is, een driekwartsmaat of zwaar op een reggea-bas leunt, zijn toch over het algemeen zaken die de componist er al in heeft gestopt.