Chrétien de Troyes

o.a. Dante en Goethe
Gast

Chrétien de Troyes

Berichtdoor Gast » 18 Nov 2008, 21:55

In dit item ga ik proberen, jullie wat wegwijs te maken in de Middeleeuwse ridderromans. We hadden al ergens over koning Arthur, geloof ik.

Ik zou jullie alvast willen laten kennismaken met de romans die Chrétien de Troyes geschreven heeft. Zover mogelijk, zal ik daarbij verwijzen naar de Nederlandstalige tegenhangers van de Franse helden.

Wat meer info over de auteur vind je alvast hier :

http://nl.wikipedia.org/wiki/Chr%C3%A9tien_de_Troyes

http://www.literair.gent.be/html/lexico ... D=1635&l=C

http://www.klassieken.nl/boekboek/show/id=89721

Tussendoor zal ik ook verwijzen naar romans uit het Nederlands taalgebied.
Laatst gewijzigd door Gast op 18 Nov 2008, 22:13, 1 keer totaal gewijzigd.

Gast

Berichtdoor Gast » 18 Nov 2008, 22:12

1.Erec en Enide

Deze eerste roman van Chrétien de Troyes, trouwens de enige waarin hij zijn naam voluit noemt, begint met een uitspraak uit het boerenleven :

Dingen die men veracht
zijn vaak beter dan men denkt.
(vers 2-3)


Het is daarom dat de auteur over zichzelf (in de derde persoon) zegt dat iedereen goed moet doen en denken, wil hij redelijk zijn. Daarom ook vertelt hij het verhaal van Erec.

Dit gezegd zijnde, kan Chrétien nu (in de eerste persoon) aan het verhaal beginnen.

Met Pasen zijn er veel ridders en prachtige jonkvrouwen verzameld aan het hof van koning Arthur in Caradigan. Deze wil een oude traditie terug in het leven roepen, namelijk de jacht op het witte hert.

Nederlands taalgebied : http://www.dbnl.org/tekst/_fer001ferg01_01/

Gauvin (in het Nederlands Gawein) oppert bezwaren. Maar de wil van de koning is wet, en 's ochtends maakt iedereen zich klaar.

Tijdens de rit naar het bos begeleidt Erec de koningin. Zij zijn al snel de jagers uit het oog verloren, en hebben een onverwachte ontmoeting met een ridder, een jonkvrouw en een dwerg.
Laatst gewijzigd door Gast op 12 Dec 2008, 21:30, 1 keer totaal gewijzigd.

Gast

Berichtdoor Gast » 19 Nov 2008, 14:35

De koningin stuurt haar dienstmaagd er op uit, want zij wil de ridder en zijn jonkvrouw wel ontmoeten. De dwerg echter houdt haar tegen, zeggende dat zij helemaal het recht niet heeft, met zulke goede ridder te praten (vers 173-174).

Bij zo'n uitspraak zal de toehoorder (of de moderne lezer) zich zeker vragen stellen over de identiteit van deze toch wel vreemde groep.

Wanneer de dienstmaagd toch blijft naderen, slaat de dwerg haar met de zweep. Hierop keert zij terug naar de koningin.

Deze laatste beklaagt zich bij Erec, die op zijn beurt wordt uitgestuurd om de uitnodiging over te brengen. Hij ondergaat hetzelfde lot. Hij beseft de dwerg niet te kunnen aanpakken, wanneer hij de zwaarbewapende ridder in de gaten krijgt.

Gast

Berichtdoor Gast » 12 Dec 2008, 21:38

Folie n'est pas vaillance (gekheid is geen dapperheid) (vers 231), en Erec besluit als een wijs man zich terug te trekken. Hij verontschuldigd zich bij de koningin, want hij was ongewapend. Maar hij belooft haar zich te wreken, of nog meer vernedering te ondergaan. Maar dan zal hij wel de ridder moeten volgen tot hij de kans ziet, ergens wapens te lenen of te huren.

Deze ontmoeting is het begin van Erec's avontuur (queeste).

Ondertussen heeft de koning het witte hert gedood, en keert iedereen weer naar het hof, waar de koning zijn kus opeist. Dit zorgt al dadelijk voor het nodige tumult, en Gauvain neemt het woord. De koning, als wijs man, vraagt hem om raad. De debatten met de verschillende barons duren nog steeds voort, wanneer de koningin binnen komt, en het verhaal van haar vreemde ontmoeting vertelt.

queeste : http://nl.wikipedia.org/wiki/Queeste_(zoektocht)

Gast

Berichtdoor Gast » 12 Dec 2008, 22:17

De koningin bevestigt dat Erec de groep achterna is, om accroître son humiliation ou pour la venger (om nog meer vernederd te worden, of om zich te wreken) (vers 332).

Deze verzen zijn eigenlijk een pure herhaling, een veel gebruikte techniek in middeleeuwse verhalen. Zoals het rijm vooral een steun is voor de dichter/voordrager, zo zijn deze herhalingen een steuntje voor de toehoorder.

De baronnen zijn het er alvast mee eens, de kus uit te stellen tot Erec terug is.

Ondertussen volgt Erec de ridder, de dwerg en de jongedame tot bij een burcht, waar het er vrolijk aan toe gaat.

De ridder, de dwerg en de jongedame worden begroet, maar Erec niet, parce qu'ils ne le connaissent pas (omdat zij hem niet kennen) (vers 368).

De ridder krijgt een slaapplaats aangeboden, en Erec voelt zich een beetje dichter bij zijn doel, als hij wat verderop een verarmde achterleenman ziet staan.

Deze achterleenman duikt helemaal uit het niets op, haast een "deus ex machina" uit het Griekse theater.

Vooraleer Erec hem kan aanspreken, komt deze al naar hem toe, heet hem van harte welkom, en stelt hem voor aan zijn vrouw en dochter. Hun armoede blijkt duidelijk uit het werk dat zij verrichten : elles travaillaient dans un atelier (zij werkten in een atelier) (vers 399). Alhoewel uitwendig armzalig gekleed, is toch de dochter van een uitzonderlijke gratie, omdat Nature (vers 413) er zoveel zorg aan besteed heeft : elle fut incapable de reproduire en quelque façon son modèle (het was haar (de natuur) onmogelijk het model te reproduceren) (vers 420-421). Er volgt nu een uitvoerige beschrijving van de dochter.

De natuur wordt hier gepersonifieerd.

De auteur beklemtoont dat zelfs Iseut la Blonde hieraan niet kan tippen.

Over Iseut kom ik later nog wel te spreken, wanneer Tristan ter sprake komt.

Erec is onder de indruk. Zij wordt gevraagd, Erec's paard te verzorgen.

Gast

Berichtdoor Gast » 26 Dec 2008, 22:30

Zodra het paard goed verzorgd op stal staat, krijgt de dochter een nieuwe taak, namelijk Erec te begeleiden.

Ondanks de armoede van de achterleenman, die als volgt wordt omschreven, wacht hen een smakelijke maaltijd. Eten was er "à volonté"

Le vavasseur n'avait en tout et pour tout
qu'un seul serviteur;
il n'avait ni femme de chambre ni suivante (vers 485-487)

De achterleenman had
slechts één dienaar.
Hij had geen kamermeid, noch gezelschapdame.


Na de maaltijd ondervraagt Erec zijn gastheer over de zichtbare armoede op het kasteel. Deze verhaalt hem over de oorlogen die hij gevoerd heeft, en die tot het verlies van zijn land geleid hebben. Zijn trots echter deed hem een aanbod van haar oom weigeren. Anderzijds waren er wel genoeg baronnen geweest, die haar als echtgenote zouden geaccepteerd hebben, op zijn voorwaarden.

Maar

Mais j'attends encore meilleure occassion (vers 529)

Maar ik wacht nog op een betere gelegenheid


Tenslotte is een graaf of koning toch beter dan een baron, niet waar. En bovendien is zij niet alleen heel mooi en lief, maar ook heel wijs. Er gaat niets boven haar in deze wereld.

Dan vraagt Erec hem waarom er zo veel volk verzameld is, en wie ze zijn. Het betreft de baronnen van de streek, zegt zijn gastheer, en zij komen allemaal voor het feest, dat de volgende dag zal plaatsvinden.


Terug naar “Klassieken”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 3 gasten