Canto 29 De hemel.

o.a. Dante en Goethe
Jom
Berichten: 259
Lid geworden op: 08 Aug 2005, 13:58
Locatie: Kessel-Lo
Contact:

Canto 29 De hemel.

Berichtdoor Jom » 14 Aug 2007, 07:33

Overschouwing
Canto 29 :

Dit is de scheppingscanto.

In de eerste zeven verzen beschrijft Dante één ondeelbaar ogenblik, het moment vóór de B.B. van Big Bang of Beautifull Beatrice.

Dan neemt Beatrice het woord tot aan het einde van deze canto :

Zelfs zonder je aan te kijken lees ik nu je vraag, ik lees ze ginds in het punt waar alle tijd en ruimte samenkomt : God.

God schiep de wereld om zijn schaduw of afstralingen te laten zeggen : “hier ben ik”. En zichzelf te kunnen terugspiegelen in zijn schepsels.

Vers 13 – 15 :
“Non per aver a sé di bene acquisto,
ch'esser non può, ma perché suo splendore
potesse, risplendendo, dir "*Subsisto*",”

“Niet om zelf voor zich iets goed te verwerven,
wat niet kan, maar opdat zijn luister (pracht)
(naar hem) terugschitterend zou kunnen zeggen “ ik besta”,”

De schepping is niet louter Gods publiek.
Gods eigenliefde sprankelt, sprenkelt, glimt, gloort, laait, glinstert, straalt alom en naargelang in zijn schepsels. En God houdt het meest om wat Hem het best en meest en vurigst weerkaatst.

Niet dat God vóór zijn schepping een luierik was hoor.
( Voor God is er geen vóór of nà want Hij is zelf zonder begin of einde. )

Vers 19 – 24 :
“Né prima quasi torpente si giacque;
ché né prima né poscia procedette
lo discorrer di Dio sovra quest'acque.

Forma e materia, congiunte e purette,
usciro ad esser che non avia fallo,
come d'arco tricordo tre saette.”

“Niet dat hij daarvoor quasi lusteloos neerlag;
want geen voor noch na ging
het schrijden van God over deze wateren vooraf.

Vorm en materie, samengevoegd en zuiver,
kwamen tot het zijn dat geen fout had,
zoals drie pijlen uit een driesnarige boog.”

En vers 31 – 36 :
“Concreato fu ordine e costrutto
a le sustanze; e quelle furon cima
nel mondo in che puro atto fu produtto;

pura potenza tenne la parte ima;
nel mezzo strinse potenza con atto
tal vime, che già mai non si divima.”

“Samengeschapen werden de rangorde en de structuur
der substanties; en deze waren de top
der wereld in dewelke de zuivere daad werd verwezenlijkt;

zuivere potentialiteiten beslaan het laagste deel;
in het midden verbindt zich potentialiteit en daad
zo krachtig, dat dit zich nooit kan ontbinden.”

De negen engelenscharen werden tegelijk geschapen met de negen lagere hemelsferen waarvan zij elk respectievelijk de beweger zijn. Omdat dat het object van hun meest geschikte activiteit is.
(Of : God zou nooit een perfecte golfspeler scheppen zonder tegelijk een degelijke golfstick, een dito bal en tenminste één passend hole te creëren, enfin zonder zijn minimummateriaal.)


Maar 7 seconden na de schepping was het al hommeles : een deel van de engelen komt in opstand tegen God. De aansteker van de opstand is Lucifer. Op hem ( als aansteker en tevens leider) weegt nu het (dovende) gewicht van heel het universum door. ( Net zoals op een atheïst, of net zoals op de Titanen heel de Etna rust.)

De trouwe engelen waren nederig genoeg en met voldoende inzichtsvermogen geschapen om zich bij God neer te leggen.
Vers 61 – 62 :
“per che le viste lor furo essaltate
con grazia illuminante e con lor merto,”

“waardoor hun zicht zo verheven werd
met de lichtende gratie en hun verdienste,”

Maar de genade die men ontvangt is recht evenredig met de ontvankelijkheid van het hart.
( Of : goede doelwachters hebben ook meer chance dan minder goede.)

Als beloning voor hun trouw mochten de loyale engelen nu God rechtstreeks schouwen.
Nu kan geen enkel object of afleiding hen daarin nog onderbreken. Zo volmaakt is deze toestand waarin zij verleden, heden, en toekomst gelijktijdig in God zien. Bijgevolg is elke geheugenfaculteit hen overbodig.
(Nvdr. Blijkbaar was dat een kwestie in die tijd : hebben de engelen een geheugen ? Ik moet Dante hier tegenspreken, ik denk van wel : hoe kon de aarstengel Gabriël anders zijn blijde boodschap aan Maria onthouden ?)


Volgt dan een lange uithaal naar de vele engelenfabeltjes en engelenfabeltjesvertellers die op aarde de ronde doen. Van vers 82 tot vers 127.

Op aarde heeft men sowieso weinig kaas gegeten van engelenpsychologie maar een filosofische dwaling is minder kwalijk dan een geloofsleerstellige, zegt Beatrice.
Iedereen maakt graag een goede filosfische indruk maar men zou beter wat meer op de Bijbel terugvallen.

Een voorbeeld.
Niet de maan verduisterde de zon bij Christus’dood – t.t.z. het was geen coïncidentie, maar de zon zelf verduisterde – de zon of Christus’ metaforisch wederbeeld.
Wat wordt er toch veel onzin verkocht over de engelen op aarde.
Nochtans heeft Christus ons meteen de kant en klare waarheid geleverd via zijn apostelen.
Vers 112 – 114 :
“e quel tanto sonò ne le sue guance,
sì ch'a pugnar per accender la fede
de l’Evangelio fero scudo e lance.”

“en dit klonk zo luid van hun lippen,
zodat zij in de oorlog om het geloof in vuur en vlam te zetten
van het evangelie schilden en lansen maakten.”

De aarde ligt echter overzaaid met valse predikers vol eigendunk en scherts.


Na deze uitlatingen zegt Beatrice aan Dante terug naar de juiste weg te kijken opdat die even lang zou zijn als de hem nog toegestane tijd hier in het Paradijs of zij noopt hem tot de maximale efficiëntie der gelukzaligheid.
(Want in die faire wereld van de hemel is de weg zo lang als wat men erop ontmoet.)


Even snijdt Beatrice nog een ander engelenpunt aan.

Het aantal der engelen.
Niemand weet welk juist hun oneindig aantal is :
evenveel als dat er uit God schitteringen stralen.
(Want hier werkt Gods lichteconomie maximaal : niets straalt hier verloren. Terwijl de liefde zich op aarde zo dikwijls buiten de wereld verstraalt.)
Elke engel vangt net zoveel licht als hij God ziet, en bemint navenant, en elk op zijn eigen manier, afhankelijk vanwaar hij schouwt.
(In zekere zin is er dus geen loyauteit in de hemel, geen generositeit, en een god kan niet wagen.)
God wordt geschouwd en bemind op evenveel manieren als er engelen zijn. (Zelfvertroeteling.)
Het schouwen komt dus - zoals Dante op het einde van de vorige canto al zegt - voor het beminnen, het beminnen is er het gevolg van. Eerst heb je de visie, en dan pas, daardoor pas komt de liefde.
( Er was nog geen echte onvoorwaardelijke, onbaatzuchtige Godsliefde in die tijd.)
( Volgens anderen is liefhebben net geen gevolg van kennis, geen inzicht, maar integendeel juist een overgave, een tekort en een teveel evenveel, een evenwichtig boven de realiteit verbonden zijn.)


Beatrice besluit.
En laten we nu in de richting van die God kijken, die God wiens eenheid zich in evenveel stukken lijkt te breken als er nood aan Hem is of als er spiegels voorhanden zijn.

Terug naar “Klassieken”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 6 gasten