Canto 33 Louteringsberg.

o.a. Dante en Goethe
Jom
Berichten: 259
Lid geworden op: 08 Aug 2005, 13:58
Locatie: Kessel-Lo
Contact:

Canto 33 Louteringsberg.

Berichtdoor Jom » 18 Jul 2006, 11:29

Korte inhoud van Louteringsberg canto 33 :

Na een droeve fado, afwisselend in quartet en in trio door de deugdvrouwen gezongen, staat Beatrice recht uit haar droevigheid op.
Het treurlied zal beslist heel bevreemdend geklonken hebben in die aartsparadijselijke sfeer.
En Beatrice zegt dan half in het Toscaans half in het Latijn, half werelds half geestelijk,tot de deugvrouwen dat ze haar voor een tijdje niet meer zullen zien.

In een kleine stoet schrijden de zeven deugdzussen haar nu voor, en Beatrice wenkt het trio Dante-Mathilde-Statius haar te volgen.

Na 10 passen – evenveel als de ballingschapsjaren die de curie in Avignon doorbrengt of evenveel als er geboden zijn - kijkt ze Dante weer recht in de ogen, vraagt hem dichterbij te komen, en haar te bevragen zoals hij dat zo wroed met iedereen in hel en vagevuur had gedaan.
Diep onder indruk vindt Dante nauwelijks woorden, maar hij spreekt haar toch over het visioen van daarnet aan.
Per slot van rekening werd niet alleen Dante’s lange-termijngeheugen maar ook diens kritische memorie door de golven van de Lethe weggespoeld.

Relax nu maar, zegt Beatrice hem, en van vers 31 tot 78 antwoordt ze dat de Kerk wel weer op haar pootjes zal terecht komen en de usurpators gestraft zullen worden, en dat Dante goed moet beschrijven hoe de boom van kennis van goed en kwaad beschadigd wordt, en hoe hij eruit ziet, met zijn steeds breder wordende kruin.
En als ge het niet kunt uiten in woorden, grif het dan kalligrafisch in uw ziel.

Dante antwoordt : zo gezegd zo gedaan, maar hoe meer ik u tracht te begrijpen hoe minder ik ervan snap.
Dat is omdat aardse kennis niet kan tippen aan hemelse, zegt Beatrice.

Ik herinner me zelfs niet u niet altijd gevolgd te hebben, Dante weer. En hij bedoelt hiermee misschien meer zijn verliefdheid dan zijn trouw.
Dat zijn de Lethe en mijn ogen die u dat doen vergeten - als ge u tenminste herinnert dat ge in de Lethe en in mijn ogen hebt gezwommen, antwoordt zij hem lachend en met een toon die even flirtend dubbelzinnig klinkt als Dante’s woorden.
Waar rook is is vuur, en de mistsliert van het vergeten verraadt dat er iets anders was dat vergeten kon worden, kringelt en kringredeneert Beatrice hem om haar duim en wijsvinger als een echte femme fatale, alleen om u met uw neus op uw kortzichtigheid te duwen zal ik voortaan nog belerend zijn, wentelt zij opnieuw om hem heen als een planeet rond een pas ontdekte zon.

En het deert Dante helemaal niet, integendeel, want hoezeer Beatrice hem eens van over de Lethe toornig toesprak, zozeer regent het nu tijdloos mild woorden, tussenstilten, dauw, en manestralen op zijn manen en zijn hart - zelf haar komma’s, spaties, en accenten strelen zijn vernieuwde oude gevoelens.


De zeven vrouwen die voorop lopen houden plots halt, aan het einde van het woud waar twee waterloopjes onder het mos uit één bron ontstaan, en die
(vers 114 : ) “e, quasi amici, dipartirsi pigri.”
“en, bijna als vrienden, traagzaam van elkander scheiden.”, zoals de Tigris en de Eufraat.

Dante vraagt welk water dit is.
Mathilde zegt een beetje geërgerd aan Beatrice dat ze het Dante allemaal al eens heeft uitgelegd, en dat zij zeker is dat de Lethe die stichtelijke herinnering niet heeft weggesast.
(Nl. het verhaal van de Lethe en de Eunoë, die gelijk uit één en dezelfde goddelijke bron ontspringen, en die zoals vergeven en vergeten, vergeven en goeddenken beneden- en bovenloop van elkaar zijn, of gelijke bijrivieren.)

Dubbelzinnig antwoordt Beatrice ( vers 124-126 ) dat een betoverende aanblik het geheugen van iemand wel eens voor een tijd buiten werking stelt. En dat de Lethe wel doet vergeten maar niet dom en blind maakt.

Mathilde neemt Dante en Statius prompt mee en laat hen drinken van het Eunoë-water dat hen onbeschrijflijk verkwikt.
Het tweede canticum ( de 33 canti van het Purgatorio ) is echter volgeschreven zegt Dante plagerig aan de lezer en meer kan hij er dus niet over zeggen.
Dante moet en wil tenslotte ook de wetten der verhouding, der symmetrie, der rechtmatige verdeling, der gulden snede, der middelevenredigheid, der Christelijke en Kabbalistische (Joods-mystieke) getallen gehoorzamen.
(En om die dwingendheid der getallen te illustreren citeert Hugo van Sint-Victor Augustinus die zou gezegd hebben :
“Het is niet omdat God de wereld geschapen heeft in zes dagen dat het getal zes heilig is, maar omgekeerd, het is omdat het getal zes heilig is dat God de wereld heeft geschapen in zes dagen.”
Ziedaar en staaltje omrekenkunde, en een mooi voorbeeld van zelfs Gods ondergeschiktheid aan de aritmetiek.)


Alleen nog dit zegt Dante : dat hij nu echt klaar is en zuiver genoeg om op te stijgen naar de sterren.
Vers 145 : “puro e disposto a salire a le stelle.”

En met de sterren eindigt weer al het spreken.

Terug naar “Klassieken”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 79 gasten