Canto 25 Louteringsberg.

o.a. Dante en Goethe
Jom
Berichten: 259
Lid geworden op: 08 Aug 2005, 13:58
Locatie: Kessel-Lo
Contact:

Canto 25 Louteringsberg.

Berichtdoor Jom » 17 Jul 2006, 13:23

Korte inhoud van Louteringsberg canto 25 :

Met drie op een rij bestijgen zij de nauwe rotstrap naar de zevende boete-rondgang.

Dante zit aldus stijgend met een groeiende vraag die als een vogeljong met opengesperde bek hevig fladdert maar het nest van zijn mond nog niet uit durft te vliegen.
Vergilius heeft dat gevoeld.

Dante vraagt hem hoe men kan vermageren als men überhaupt geen vleeslijk lijf meer heeft.
Honger hebben zonder maag is al een vreemde zaak, laat staan vermageren ?

Vergilius schuift de kwestie door naar Statius,
die Dante antwoordt van vers 31 tot en met vers 108 :

Statius geeft voorlichting (Aristoteles door Thomas van Aquino’s bril).
Het bloed dat de ledematen en organen niet opslorpen is perfect,
en dat mannelijk overtollig bloed wordt in het hart, die volmaakte plaats (“lo perfetto loco”)
nog verder gezuiverd en van informatie betreffende het menselijk lijf en leden voorzien (genetisch materiaal, DNA !), vers 40 – 41 : “prende nel core a tutte membra umane virtute informativa”.
Daar nog eens verteerd daalt het als sperma af naar de geslachtsorganen, “waarover het mooier te zwijgen dan te praten is”, vers 43-44 : “Ancor digesto, scende ov'è più bello tacer che dire;”)
Bij de paring vermengt zich dat met het vrouwelijk bloed.
Het ene bloed is gemaakt om te ondergaan, het andere om te handelen.
( vers 47 : “l'un disposto a patire, e l'altro a fare” )
De vrouw wordt als natuurlijk recipiënt gezien (vers 45 :“natural vasello”)).
Dat mengsel stolt en wordt bezield (zoals de paring zelf bloedstollend en bezielend is),
eerst als een plant, dan als een redeloos dier, en tenslotte wordt het een wezen met rede.
(Dat niet zoals sommige wijzen ooit dachten zijn redelijkheid van de grote Rede capteert of zoals een trolleybus elektriciteit van de bovenkabel neemt).
Tenslotte blaast God er een adem van geest in.
Die geest integreert in zich het vegetatieve en dierlijke stadium, zoals de zon door op het druivensap te schijnen wijn doet ontstaan.
En klaar is kees – in casu God.

Eénmaal dood blijft de ziel haar eigenschappen behouden.
De vegatieve en dierlijke krachten verstommen wel in haar, terwijl de hogere krachten sterker worden.
Eenmaal in het na-aardse beland neemt de ziel weer haar lichamelijk aspect in, hetzij verijld en verschimd, want het is een soort stempel dat de ziel in de omringende dampkring drukt, een “astraal lichaam” of “peri-esprit”, of gewoonweg “schim”, een soort wolklijfje met alles erop en eraan.
En in die schim huist de ziel als een vlam.

Statius maakt dan een sprong :
En zo wordt een schim dik of mager door veel of weinig te willen eten bijvoorbeeld.
(Niet meer wat men drinkt maar dat men drinkt maakt hier het lavende uit, zal hij misschien bedoelen zoals Augustinus in zijn Belijdenissen ?)


Ondertussen had het driemanschap de zevende en laatste boetekring bereikt.
Het is de boetekring der wellustigen.

De steile rotswand vlamt er voortdurend op, maar een fikse dalwind blaast de vuurzee voortdurend terug. Daartussen – tussen vlam en rukwind, tussen de eb en vloed van de vlammenzee - gaat het driemanschap voorzichtig door. Tussen hun angst voor vuur en hun angst voor de leegte.

De vlammende aardse hartstocht der wellustigen wordt hier met vuur weerom gestriemd.

Vergilius verwittigt zijn kompanen dat je op dit terras zeer goed moet uitkijken, want je hebt zó een misstap begaan.

Dante kijkt met één oog waar hij zijn voeten zet en met één oog naar de vuurzee waar schimmen heen en weer waden, heen en weer gerukt door het vuur van hun verlangens, tendenzen, en begeerten. Net als Dante nu gaat in de engte tussen zijn nieuwsgierigheid en overlevingsdrang.
Maar hun lofzang waarin om kuisheid wordt gevraagd stijgt onwankelbaar recht ten hemel.

Daarna klinkt uit het niets de reactie van de heilige Maria toen aartsengel Gabriël haar meldde dat zij zwanger was en niet van de eerste de beste :
“virum non cognosco !”
“maar ik heb niet eens een man van ver bekeken !”
Psalmen en kuise waarheids-en huwelijksgetrouwe quotes wisselen elkaar hier af.

Zang, stichtend voorbeeld, en steekvlam moeten deze boetelingen van de wellustzonde of de laatste wonde doen genezen.

Terug naar “Klassieken”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 67 gasten