Canto 22 Louteringsberg.

o.a. Dante en Goethe
Jom
Berichten: 259
Lid geworden op: 08 Aug 2005, 13:58
Locatie: Kessel-Lo
Contact:

Canto 22 Louteringsberg.

Berichtdoor Jom » 17 Jul 2006, 13:00

Korte inhoud van Louteringsberg canto 22 :

De auteur Dante maakt nu een sprong en zet het trio meteen in de zesde kring, een engel heeft hen ernaartoe geleid, en tegelijk van Dante’s voorhoofd de vijfde “P” van “potters” gewist.
De engel had de boetelingen er “Zalig zij die hongeren en dorsten...” toegezongen, maar “...naar gerechtigheid” voorlopig nog achterwege gelaten, daar hun hongeren en dorsten nog niet loepzuiver was en vooralsnog doel miste.

Dante voelt zich zonder deze “P” heel wat lichter dan voorheen. Het was blijkbaar een zwaar gebrek dat hem daar woog.
Hij heeft nu geen probleem om Vergilius en Statius, die hen vanaf hier vergezelt, te volgen.


Vergilius vraagt voorzichtig aan Statius waarom hij voor gierigheid boette.
Nu monkelt Statius op zijn beurt.
Niet voor het schrapen maar voor verkwisting toefde hij er.
Nog net niet voor geldzucht.
En in vers 46 tot 48 verwijst hij naar de straf der verkwisters in de hel (7de zang van de hel, vers 56-57, de gierigen komen uit hun graf met geklemde vuist, de verkwisters met geschoren schedel).

Vergilius vraagt dan aan Statius sinds wanneer hij niet meer Clio, de muze der geschiedenis, maar God himself aanroept. Of : sinds wanneer hij gedoopt is.

Statius antwoordt omslachtig van vers 64 tot vers 99.

Hier refereert Statius naar de bekende vierde ecloge van Vergilius’ herderszang Bucolica, waarin sprake is van een baby die de wereld zal verlossen (hierdoor kreeg Vergilius bijna een profetenstatus in het middeleeuwse Christendom toegewezen) .
(Statius’ bekering is trouwens ook fictie.)

Volgt een lofzang op de eerste Christenen.
Statius liet zich dopen, verborg dit, en deze lauwheid bezorgde hem de repercuties van de vierde louteringskring, die der tragen.

Statius vraagt aan Vergilius naar de omstandigheden waarin de andere bekende Klassieke dichters vertoeven.
Geschaard rond Homerus in het Limbo, is Vergilius’ antwoord, te zamen met de nobele figuren die zij en jij bezongen.

Op aanraden van Vergilius gaan zij met de diepte aan hun rechterschouder verder de Louteringsberg om.
En te zamen met Statius voelen Dante en Vergilius zich zekerder.

Een appelboom verspert hen de weg.
Een boom met hoe lager aan de stam hoe minder takken om te plukken of in te klimmen.
Een waterval stuwt een helder beekje dat langs de boom stroomt.
Uit het loof spreekt een stem lovend over de soberheid der heiligen en klassieken, die met helder bronwater en eenvoudige vruchten best tevreden waren.
(Dante, Vergilius, en Statius bevinden zich nu namelijk in de boetekring der onmatigen en gulzigaards.)

Terug naar “Klassieken”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 65 gasten