Canto 21 Louteringsberg.

o.a. Dante en Goethe
Jom
Berichten: 259
Lid geworden op: 08 Aug 2005, 13:58
Locatie: Kessel-Lo
Contact:

Canto 21 Louteringsberg.

Berichtdoor Jom » 17 Jul 2006, 11:05

Korte inhoud van Louteringsberg canto 21 :

De Romeinse dichter Statius komt hen nu ook achterna.
Vergilius zegt dat Statius wel naar de hemel kan terwijl hijzelf in het Limbo moet blijven, want Statius zou stiekem Christen zijn geweest en niet heiden zoals hij.

Statius vraagt vanwaar die spoed en hoe de ene als heiden en de andere als nog levend toch al zo hoog zijn geraakt op de berg der zuivering.

Vergilius zegt hem de resterende “P”’s op Dantes voorhoofd te lezen, en vertelt dat hij en Dante een soort tandem vormen, die te zamen de reis waardig is, de ene omdat hij Christen is en de andere omdat hij een lichtend leven heeft geleid, of : de ene duwt hard op de geestelijke pedalen (Dante) en de andere houdt het geestelijk stuur vast (Vergilius).
Tussendoor vraagt hij Statius naar de oorzaak van de vagevuurbeving.

Dan heft Statius’ schim aan,
van vers 40 tot vers 72 :

De Louteringsberg is niet onderhevig meer aan weersomstandigheden,
alleen aan de voet van de berg zucht nog wat zeewind, af en toe,
tegelijk met de aanzwervende en aanmonsterende zielen.
Op deze hoogte echter is het windstil,
zelfs de zuchten der schimmen verplaatsen geen pluim of luim meer,
een zekere sereniteit is al tot hier neergedaald,
maar als een schim promotie maakt dan beeft het hele terras en zingen alle schimmen unisono een daverende hymne.
En – o hemels toeval ! – niemand minder dan Statius zelf is deze keer de gelukkige.

(de curieuze reeks verzen 61-66 is frappant contradictorisch :
wie zich vrij voelt om te stijgen, wordt ook de door de wil gedreven, en zal dus stijgen, iedereen wil natuurlijk stijgen, maar de wil zal zelf pas willen stijgen als aan de regels van God werden voldaan net evenveel als de wil vroeger het overtreden van Gods regels niet stoorde, dus wil de wil dan zelf nog niet vrij zijn, etc.)
(Kan men onvrijheid willen trouwens ? Denk maar aan de sublieme aanvang van Aristoteles’ Ethiek van Nichomachus : “het goede is : wat iedereen wil”.)
(Het probleem van de vrije wil blijft de middeleeuwse geest beroeren.)


Dantes zegt zelf dat zijn curiositeit hieraangaande niet helemaal bevredigd wordt.


Op vraag van Vergilius doet Statius dan zijn eigen levenverhaal.

vers 85 : “col nome che più dura e più onora”
“met de naam die het langst duurt en het meest eert” : dichter

Statius vermeldt Vergilius in zijn autobiografische schets zonder te beseffen dat die in hoogsteigen schimspersoon of overleden lijve voor zijn neus staat.
Vergilius kijkt boos naar Dante’s monkel en maant hem aldus zijn identiteit niet te verraden.
Statius heeft echter iets in de gaten.
Dante schrijft (vers 110 -111) :
“per che l'ombra si tacque, e riguardommi
ne li occhi ove ‘l sembiante più si ficca;
“waardoor de schaduw zweeg en mij recht in de ogen keek,
waar het lijkende zich het meest vastzet;”

Un ange passa, figuurlijk natuurlijk.
Tussen het goud van het zwijgen en het zilver van het spreken kiest Dante hier voor de onzekere valuta van een diepe zucht.
Waarvan Vergilius hem tenslotte verlost door toch de toelating te geven voor tekst en uitleg bij zijn monkellachje.

Statius wil daarna Vergilius’ knieën omvatten maar Vergilius weert hem af met het argument dat zij hier beide gelijke schimmen zijn.
Schimmen aller graven verenigt u, lijkt hij hier te willen zeggen.
Waarop Statius reageert door te zeggen dat door zijn liefde voor Vergilius zij beiden als schimmen vervagen en weer tastbare wezens lijken te worden.

Terug naar “Klassieken”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 68 gasten