Pagina 1 van 1

Canto 2 Louteringsberg

Geplaatst: 05 Mar 2006, 17:25
door Marjo
Vergilius en Dante zien in grote verbazing en bewondering de engel Gods komen, met een boot vol schimmen. Daaronder bevindt zich de schim van Casella, een vriend van Dante. Casella heeft gedichten van hem op muziek gezet, en nu vraagt Dante hem een lied te zingen. Maar Cato vindt het geen tijd om te zingen en spoort aan om verder te gaan.
Vermeld wordt dat het mogelijk is om door aflaten en gebed van de achterblijvers mogelijk is om sneller toegelaten te worden op de Louteringsberg.

Geplaatst: 10 Mar 2006, 13:58
door Jom
Korte inhoud van Louteringsberg canto 2 :


Dante ziet tegelijkertijd in het oosten de zonsopgang en het westen de zonsondergang.
Een onvergetelijk spectakel waarbij hij zich hoge noen voelt.
(Dante voelt waarschijnlijk goed hoe de liefde tegen de scheiding de nachten is. De uitvoerende, wetgevende en rechterlijke nacht worden in de liefde herenigd. Maar ik mag niet vooruitlopen op het allerlaatste vers.)

Als een meeuw scheert een engel in een veerpond geladen met 100 zieltjes over het water naar Vergilius en Dante toe.
Het wit is zo lichtend dat Dante zijn ogen neer moet slaan.

De zieltjes zijn net afgestorven en zingen psalmen om de tijd te doden.
De engel lost zijn menselijke vracht en is zo weer verdwenen,
evensnel als het licht waaruit hij/zij bestaat.

De zielen voelen zich godverlaten en zweven en wakkeren een beetje doelloos rond en vragen de weg aan Dante en Vergilius.
Vergilius antwoordt dat zij zelf eigenlijk maar langs een achterpoortje op deze plaats geraakt zijn.
Bij de aanblik van Dante’s ademhaling verschieten de zielen nog eens,
niet beducht hier levenden aan te treffen. En zij vergeten daarbij hemel en aarde.

Een van de zielen is de musicus Casella, een vriend van Dante, die nu een requiem in pantomime uitvoert.
Een omhelzing tussen de levende en de dode grijpt plaats. Casella wappert van vreugde, Dante zucht.
Een gesprek van schim tot man volgt.

Dankzij een speciale aflatenpromotiecampagne van het Vaticaan in het heilig jaar 1300 heeft Casella uiteindelijk – na een lange wijl tussen verdoemenis en eeuwigheid te hebben heen- en weergezweefd op de kade der doden - de boot naar het vagevuur die in Ostia bij de Tibermonding afvaart kunnen monsteren.

Dante vraagt hem om een deuntje.
Casella zingt meteen een toontje hoger en betovert zijn overtijdig publiek.

Cato onderbreekt brutaal de voorstelling,
hier stopt elke voorstelling zegt hij en maant hen dat ze als de duivel naar de bergrand moeten om hun loutering aan te vatten.

Als een verschrikte zwerm duiven vliegen de schimmen uit elkaar, Dante en Vergilius op kop, respectievelijk in volle chaos en sprint naar de bergrand.
In een geluidloos krijsend tumult eindigt deze mooie canto.

Geplaatst: 10 Mar 2006, 22:44
door Marjo
Dank Jom, je kan dit zoveel beter..

Geplaatst: 18 Jul 2006, 12:59
door Dettie
ja een prachtige Canto. Vooral het begin, de beschrijving van die ondergaande en opkomende zon.

Ik zag Aurora op mij plaats aan 't strand,
Wier wangen eerst nog blank en roze waren,
Verkleuren tot oranje hemelbrand.


En dit is grappig, het gewapper, de omhelzing van man en schim.

driemaal hervond ik achter hem mijn handen,
Driemaal waren ze door hem heengegaan.


bernadet