Korte inhoud.
Na twee verwijzingen, één over Juno’s( Hera) wraak tegen de Thebanen, en één over Hecuba’s ongeluk, waarin mensen voor dieren werden gehouden of zich als een dier beginnen te gedragen, laat Dante twee schimmen op alles inbijten,
het betreft Gianni Schicchi en Myrrha, twee vermommers,
respectievelijk iemand die zich voor een stervende uitgaf (het lijk verstopte en een testament op eigen maat dicteerde), en iemand die zich voor haar vader als vreemde vrouw uitgaf om met hem naar bed te kunnen gaan.
Volgt er een schim met zeer klein hoofd en dikke grote buik. Het is Meester Adam van Brescia, een valsmunter, die afschuwelijk dorst lijdt, zijn buik vol water- zijn mond zo droog als de Calahari. Hij kan zich niet verplaatsen.
Dante maakt het beeld sterker door hem van de idyllische beekjes en waterpartijen van zijn streek te laten spreken. Adem stierf op de brandstapel.
Hij geeft de schuld aan zijn opdrachtgevers die hij hier ooit eens in zijn buurt hoopt te zien.
Naast hem liggen twee schimmen languit op de bodem te smeulen van de koorts.
Het is een Oudtestamentisch figuur, de vrouw van Putifar die Jozef trachtte te verleiden,
en een Antiek-mythologisch figuur Sinon de Griek die als vermeende vluchteling de Trojanen kon overtuigen het Houten Paard binnen hun muren te slepen.
Volgt een ruzie tussen Adam en Sinon, waarbij ze elkaar nog wat dieper de hel induwen.
Maar in plaats van zelfbeklag vinden ze elk dat de andere meer lijdt en gestraft wordt.
Dante blijft het aankijken,
en krijgt een standje van Vergilius
die meent dat dergelijke laag bij de helgrondse taferelen geen hoge kijkcijfers verdienen.
Dante schaamt zich en vindt zich daardoor weer gezuiverd genoeg om verder te gaan.
PS
Voor de moraalgeografen :
deze kring is een halve mijl breed en elf mijlen lang (vers 86-87).
De vorige ringgracht had een omtrek van 22 mijl (canto 29/ vers 9).
Het gaat niet om landmijlen (1600m) of zeemijlen (5500 m), maar om levensmijlpalen en gewetensknopen (de exacte afstand tot de nevenmens).
Enfin zoiets als de Amsterdamse Singel of grachtengordel.
Canto 30 De hel
Voor de moraalgeografen :
deze kring is een halve mijl breed en elf mijlen lang (vers 86-87).
De vorige ringgracht had een omtrek van 22 mijl (canto 29/ vers 9).
Het gaat niet om landmijlen (1600m) of zeemijlen (5500 m), maar om levensmijlpalen en gewetensknopen (de exacte afstand tot de nevenmens).
Enfin zoiets als de Amsterdamse Singel of grachtengordel.
ik snap niet wat je hiermee bedoelt Jom
Bernadet
Wie is er online
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 89 gasten