Feiten waarop dit boek gebaseerd is:
De grootste kunstroof in de Amerikaanse geschiedenis
Maart 1990, 01:24 uur: twee 'politieagenten' kloppen aan bij de zijdeur van het Isabella Stewart Gardner Museum in Boston. De agenten laten de twee aanwezige beveiligingsbeambten weten dat ze reageren op een oproep. Er zou rumoer zijn gemeld in de tuin van het museum, gelegen in het midden van het complex. Hoewel deze deur om halftwee ’s nachts nooit mag worden geopend, zelfs niet voor politieagenten, gebeurt dit toch, waarna de beveiligingsbeambten zonder al te veel moeite in de boeien worden geslagen.
Binnen het tijdsbestek van anderhalf uur stelen de criminelen 13 kunstwerken, waaronder werk van Rembrandt, Degas, Vermeer en Manet.
Christus in de storm op het meer van Galilea van Rembrandt wordt op brute wijze uit de lijst gesneden. Voordat ze vertrekken, verwijderen de criminelen de beveiligingsvideo, die ze meenemen. Geen van de werken – gezamenlijk geschat op zo’n 300 miljoen dollar – wordt teruggevonden, ondanks een uitgeloofde beloning van 5 miljoen dollar. Geen van de werken is verzekerd.
Kort geleden heeft een van de beveiligingsmensen – die tijdens de roof zelfs even in slaap viel! – toegegeven dat hij destijds af en toe stoned op zijn werk verscheen, omdat hij voorafgaand aan zijn nachtdienst in het museum vaak met zijn bandje speelde, en tijdens het spelen soms marihuana rookte. Hij ontkent stoned te zijn geweest tijdens de nacht van de roof.
Bron:
http://www.elvinpost.nl/?ID=33
Dettie