50 vragen

 
 
 
 

Vraag 7  Wat is voor jou de magie van poëzie?


Een mooie vraag waarop het antwoord lastig te geven is omdat poëzie lezen toch een vrij persoonlijke ervaring is. Gebleken is namelijk dat veel mensen bij eenzelfde gedicht heel verschillende gevoelens hebben. Over poëzie discussiëren is ook niet altijd makkelijk omdat het bijna onbenoembaar is waarom een gedicht jou zo raakt. Het hangt erg van gebeurtenissen en je gemoedstoestand van dat moment af.

Als je geniet van de lentezon en in een heel vrolijke bui bent dan kan een heel somber gedicht je hele vrolijke stemming doen omslaan. Je denkt dan wat een akelig, zwaar, zwart gedicht is dat. Maar ben je net een dierbare verloren, dan kan datzelfde gedicht juist precies de goede toon en inhoud hebben voor de verdrietige stemming waarin je verkeert. Misschien is dat wel de magie van poëzie.

Een ander feit is, dat in goede gedichten heel kernachtig essentiële zaken onder woorden worden gebracht zonder de bijbehorend 'franje' die in literaire romans wordt geschreven. Vaak zitten in deze gedichten een verrassende visie, een aparte wending waardoor het onderwerp ineens in een heel ander daglicht komt te staan. Een goed gedicht toont je een andere zienswijze, een diepgaandere denkwijze. Ook kan de betekenis van een woord ineens veranderen door een dichtregel bij dat woord geplaatst wordt. Dat kan soms adembenemend zijn of bijna een schok teweeg brengen.

Goede poëzie gaat dieper dan literatuur, voor mij toont poëzie de kern van alles, het benadert het pure gevoel, misschien wel de pure mens, de pure gedachten. Dát is voor min gevoel de grootste magie van poëzie.

Dettie, 4 maart 2017

 

Vraag 6 Zou je sneller willen lezen?


Ja en nee.

JA, omdat er zoveel mooie boeken zijn en ik zoveel nog wil lezen. Helaas er zitten 'maar' vierentwintig uur in een dag en er zal ook eens geslapen moeten worden. Ik zou dus sneller willen lezen vanwege het grote aanbod boeken die me aanspreken.


NEE
, omdat ik in mijn opinie eigenlijk al een beetje te snel lees. Ik lees geen hele zinnen maar een geheel aan zinnen en ik krijg indrukken van woorden die ik in mijn hoofd afmaak. Veel mensen doen dat zo blijkt. Vandaar ook dat het bekende trucje van letters die binnen een woord omgedraaid worden uitstekend werkt. Je kunt dan evengoed nog lezen wat er staat.
Maar het snelle lezen maakt ook dat je soms toch details overslaat en niet het hele boek 'proeft' zoals je het zou moeten proeven.


Soms dwingt een boek je tot langzaam lezen en ik merk dat me dat aanvankelijk ergert, ik wil verder, ik wil door, ik wil weten hoe de verdere verloop van het verhaal is en het liefst een beetje snel. Maar na een aantal bladzijden stel ik mijn leesmodus bij en begin ik langzamer te lezen omdat anders het verhaal niet te volgen is. Vaak zijn dit de boeken die je later koestert, de boeken die je beter onthoud.

Stiekem benijd ik dan ook de mensen die elke zin bewust en zorgvuldig lezen. Zij halen er zoveel meer uit dan ik. Zij zien elk detail, elke wending en beleven een boek veel meer. Ik probeer wel eens om langzamer te lezen en soms lukt dat ook en dan geniet ik. Dit is waar lezen om gaat denk ik dan.
Maar meestal gun ik me de tijd er niet voor om zo heel intensief de woorden tot me door te laten dringen. (Wat eigenlijk ook wel zou moeten vind ik.) Misschien ook door de hoge stapel nog-te-lezen boeken die me toe liggen te lachen. De kriebel om ook in die boeken te beginnen is groot. Meestal lees ik ook drie boeken door elkaar.
Het is bij wijze van spreken net als het liedje van Herman van Veen.


Een om mee te 'praten'
Eentje voor de sier
Een om bij te slapen
En een om zo nu en dan en dan alleen voor je plezier
Een om mee te (leren) schrijven
Een moeilijke met verstand
Een om in te blijven
En eentje in reserve onopvallend bij de hand
Een voor hoogtijdagen
Een voor door de week


En dát maakt dat ik niet langzaam kan lezen, want alles lonkt, en lacht, en roept... dus lezen, lezen, lezen, snel lezen, lezen, lezen...

Dettie
Leesfanaat
19 februari 2017
 

Vraag 5 Wat vind jij van boeken over schrijven?


Ooit was het mijn grote droom, ik zou een boek schrijven. Natuurlijk zou dat een prachtig boek worden en iedereen zou het willen lezen.
Die droom had ik als kind al. Op de basisschool werden mijn opstellen vrij redelijk gewaardeerd, soms zelfs voorgelezen, wat ik minder vond. Het liefst kroop ik dan onder de schoolbank uit pure gêne, want schrijven is leuk maar in de schijnwerpers staan is heel wat anders.
Een enkele keer stuurde ik een verhaaltje of gedichtje in naar een meisjesblad en één keer werden er twee gedichtjes geplaatst, ik kon mijn geluk niet op!

Maar ik werd ouder en hoe meer ik las, hoe meer ik me ging verdiepen in literatuur en schrijvers, hoe meer ik besefte dat bij een boek schrijven veel meer komt kijken dan leuke verhaaltjes schrijven.
Dankzij het boek Brieven aan Simon Carmiggelt van Gerard Reve las ik voor het eerst over de worsteling van de schrijver. Fascinerend vond ik dat, Reve wilde bepaalde dingen schrijven maar dat moest wel goed overkomen. Hij schreef Carmiggelt waar hij mee worstelde, dat kon zowel de stijl, taal of inhoud betreffen. Ook de dagboeken van Hans Warren waren een openbaring, hoewel die meer over zijn privéleven gingen dan over het  schrijven,  toch was het schrijven zelf wel een onderdeel van die boeken.

Ik begon steeds meer te letten op zinnen en kon soms een prachtige zin herhaalde malen hardop lezen, om de schoonheid daarvan goed te proeven.  Maar daarmee kwam ook langzamerhand het besef dat ik nooit tot die taalkundige hoogte zou kunnen stijgen. Toch bleef de droom ooit een literair meesterwerk te schrijven bestaan.
Het bizarre was dat, als ik bloedserieus bezig was met schrijven, het op de een of andere manier toch een grappig verhaaltje werd. Toen ik heel lang geleden eens een schrijfpoging instuurde was het commentaar erop dan ook dat het bijna cabaret was! (let op het 'bijna') Ik begon steeds meer te beseffen dat een literaire carrière niet voor mij weggelegd was.


De genadeklap was het boek van Renate Dorrestein - Het geheim van de schrijver. Hoe meer ik daarin las waarmee ik allemaal rekening moest houden, waar ik allemaal op moest letten, hoe meer de moed me in de schoenen zonk.
Alle spontaniteit die ik in het schrijven wilde leggen, ging in rook op. Go with the schrijfflow was geen goed idee, begreep ik. Dankzij dat boek ging  mijn schrijfambitie'boek' met een enorme klap dicht. 


Je zou hieruit kunnen concluderen dat ik vanaf die tijd een hekel heb aan boeken over schrijven maar niets is minder waar. Ik kan nog steeds met veel genoegen dergelijke boeken lezen. In mijn boekenkast tref je dan ook veel schrijfboeken aan als o.a. 'Zo schrijf je een kinderboek (Mireille Geus), 'Het grote schrijf-doe boek (Louis Stiller) of Het hoe over schrijven van romans, verhalen en non-fictie (Jan Brokken), Schrijfstijl (Heidi Aalbrecht) enz..
Het blijft toch altijd bijzonder om te lezen hoe bepaalde zaken rond een verhaal tot stand komen, wat een stijl is, hoe je iets aan kunt pakken of benaderen, vanuit welke uitgangspunten geschreven kan worden, enz.
Kortom, ik vind boeken over schrijven heerlijk en stiekem verder dromen over eventueel, misschien, toch... is ook heerlijk...

Dettie, 4 februari 2017

 

Vraag 4 Welke 10 boeken zou iedereen gelezen moeten hebben?


Er zijn een aantal boeken die in mijn geheugen gegrift staan en die ik koester maar om te roepen dat iedereen die boeken gelezen moet hebben vind ik wel wat ver gaan. Ieder heeft zijn eigen smaak en belevingswereld en voorkeuren. Maar onderstaand een paar boeken die op mij een grote indruk gemaakt hebben.

Eén daarvan is Het onkruid en de bloem (1971) het boek dat ik las toen ik een jaar of 14- 15 was.
Daar gaat een verhaal aan vooraf. Bij onze katholieke bibliotheek werd toentertijd ieder boek gekeurd of het wel geschikt was voor meisjes en of de taal wel netjes was. Het waren dus vooral onschuldige, keurige boeken waarin niet gescholden en gevloekt werd en als het wel gebeurde dan kreeg dat meisje straf en kwam vervolgens tot inkeer. Dat soort werk dus.
Ik las toentertijd ook al enorm veel en was op gegeven moment door de voorraad meisjesbibliotheekboeken heen. Ik mocht toen een tijdje de splinternieuwe boeken lenen maar ook die waren er natuurlijk niet elke week. Op gegeven moment mocht ik boeken uit een andere boekenkast lenen, voor de oudere meisjes. Daar stond dit (dag)boek bij. Gewend als ik was aan de brave meisjesboeken was dit boek een schok.
Het ging over een meisje, Alice, dat aan de drugs ging en zwaar verslaafd raakte, ze kickte af, maar door een streek van iemand krijgt ze toch weer LSD binnen en flipt. Uiteindelijk overlijdt ze. Het verhaal kwam keihard binnen, mede omdat het precies het tegenovergestelde was van wat ik gewend was. Maar het was ook een prachtig en mooi geschreven en indringend verhaal. over de verwoesting die het gebruik van drugs veroorzaakt.
Heb het daarna nog meerdere malen gelezen en het blijft zijn impact houden.

Ook het boek Gloed van Sandór Márai vind ik verbluffend. De taal, de inhoud die bestaat uit een bijna ononderbroken monoloog het is overweldigend mooi. Vooral de inhoud die in feite alle voorkomende plussen en minnen van het menselijk handelen vertegenwoordigt is zo adembenemend.
Het verhaal gaat over twee mannen, de een rijk, de ander arm, die in hun jonge jaren heel goed bevriend waren. De rijke 'ontfermd' zich over de arme. Maar wat de rijke niet ziet is dat de arme een veel rijker innerlijk heeft. De arme houdt van kunst, poëzie etc. Na een heftig voorval scheiden hun wegen en 40 jaar later komt de arme bij de rijke op bezoek. De rijke vertelt vervolgens in een lange monoloog wat er volgens hem die dag gebeurd is. Het gebeurde liet hem namelijk niet los, werd een obsessie en zijn hele verdere leven stond in het teken van de gebeurtenis. De rijke heeft alles van alle kanten bekeken en hij wil dat de arme zijn conclusies hoort. Maar zijn conclusies bestaan louter uit veronderstellingen. Als de arme man wil reageren, wordt hem dan ook de mond gesnoerd. De rijke weet namelijk donders goed dat als de arme hem tegenspreekt en vertelt hoe het werkelijk was dat hij 40 jaar voor niets is bezig geweest met puzzelen. Dan zal zijn wereld instorten, dus praat hij door...
Dit alles wordt in prachtige zinnen weergegeven. Die je keer op keer kunt herlezen om hun schoonheid steeds opnieuw te proeven. 


Het lied en de waarheid
(1997) van Helga Ruebsamen is het volgende niet te vergeten boek. Het verhaal over een meisje dat in Indonesië woont met haar ouders. Vader werkt keihard. Haar moeder is mooi en eenzaam. En dan komt de gezellige, aantrekkelijke, vrolijke oom een tijdje logeren...
Ruebsamen weet de hele broeierige tropische sfeer perfect te vatten en weer te geven. Alles wat gebeurt daar wordt verteld door de ogen van het meisje, die in haar onschuld precies de volwassenen nadoet omdat ze hun plezier zo leuk vindt. In feite geeft ze daarmee de onthutsende waarheid weer. Erg indrukwekkend.


Brieven aan Simon Carmiggelt
(1982) van Gerard Reve moet ik ook zeker noemen. Het was het eerste boek dat ik van hem las en ik vond het verpletterend. Opgegroeid in een verzuild Nederland waarin veel taboe en een schande was en over gevoelens en seksualiteit nauwelijks gesproken werd was dit boek van Gerard Reve waarin hij openlijk schrijft over zijn homoseksualiteit verpletterend. Hij schreef o.a. aan Carmiggelt over zijn worsteling met het schrijven daarover omdat hij niet wilde dat het banaal en choquerend werd. Hij was in feite heel integer en liet Carmiggelt veel stukken lezen met de vraag of hij niet te ver ging. Maar ook schreef Reve over zijn onzekerheden, angsten, depressies enz. Ik vond het een openbaring dat hij zo vrij over zijn gevoelens durfde te schrijven. Het boek heeft me veel geleerd.

De dansende grootmoeders (2007) van Clarissa Pinkola Estés is ook zo'n boek dat nooit de deur uit zal gaan. Pinkola Éstes laat in dit boek de kracht van vrouwen zien en dat doet ze in beeldschone, soms metaforische, verhalen. Zoals het verhaal over de enorme boom, de moederboom noemt de schrijfster het, waaronder mensen hun beschutting zochten tegen zon en regen. De boom is een rustpunt voor veel mensen, een ankerplaats. Maar die boom wordt door de gemeente omgezaagd, neergehaald en de kreun van de boom als hij uiteindelijk valt, raakt iedereen. - De boom was zo groot dat op het zaagvlak makkelijk 3 vrouwen naast elkaar konden liggen. - Het omzagen lijkt het einde van de boom, ze wordt hevig gemist, maar de boom bezit een oerkracht en haar wortels zitten diep en tot ieders verrassing ontstaan langs de kaprand nieuwe twijgen, die uiteindelijk dansen in de wind, ze laat zien dat zij niet klein te krijgen is, ondanks alle tegenslag.

Ook het verhaal rond de tantes van de schrijfster die gehavend en geblutst aankomen in aaa-mee-riee-kaa.  Vrouwen die uit Hongarije gevlucht zijn en alles gezien en meegemaakt hebben. Hun voeten zijn ontveld, hun huid verbrand, hun huisraad (matrassen) op hun nek, hun koffer met touwen dichtgebonden. Vrouwen die de schrijfster, toentertijd nog een kind, - die bijna ingeslapen was door saaiheid en verplichtingen - alles hebben gegeven en geleerd wat er uiteindelijk toe doet.
Schijnheilige en onoprechte mensen werden onmiddellijk uit hun omgeving verbannen, maar werd je eenmaal toegelaten in hun denkbeeldige kring dan was het voor de volle honderd procent. Ondanks al hun angsten en nachtmerries en depressieve buien over de doorstane ellende en ondanks het verlies van veel familieleden en geliefden gingen ze voor hun nieuwe leven met een intensiteit die ontzag oproept. Prachtig!

Het is vooral de manier waarop de verhalen verteld worden die zo raakt. Ze stralen enorme kracht uit en Clarissa Pinkola Estés 'praat' met zoveel liefde en respect over vrouwen, dat het me keer op keer voedt en raakt. 


Verder zijn er heel veel boeken die ik prachtig vond,  teveel om hier op te noemen. Maar de bovenstaande boeken gaven me zoveel, ze deden me dingen anders zien, ze brachten me verder. Kortom, boeken die er voor mij toe doen.

Dettie, 23 januari 2017

 

Vraag 3 Spring je ook uit de band bij de boekenopruiming?


Boekenopruimingen... In de maand januari word ik platgemaild met aanbiedingen van allerlei internetboekwinkels. Ook krijgen we folders in de bus van de plaatselijke boekwinkels of de ramsjkrant. Zowel de mails als de folders worden gretig bestudeerd. Er staat altijd wel wat in wat me aanspreekt. Is het niet die ene roman dan is het wel dat prachtige natuurboek. De boeken worden aangekruist en naam en adres staan al ingevuld... Enthousiast als ik ben zou ik al die boeken het liefst gelijk, op dat zelfde moment, in huis willen hebben.

En dan... krijg ik bezoek van mevrouw 'gezond verstand' die me toespreekt. "Je hebt al zoveel boeken, je kunt ze nu al niet meer kwijt, je hebt nog zoveel ongelezen boeken liggen, als je dit allemaal koopt ben je evengoed een hoop geld kwijt, enz. enz."
Maar er is ook nog de gezellige tante 'verleiding' die heel andere taal spreekt. 'Doe nou maar, je mag jezelf ook wel eens verwennen, die boeken wil je al zo lang, dan ruim je gewoon een paar andere boeken op en is er weer plek voor nieuwe, enz. enz.

(Manlief, net zo'n grote lezer als ik,  die ook alle folders en mails bekeken heeft roept ondertussen gewoon dat er binnenkort een stel boeken bezorgd worden, dat ik het even weet...) 

Uiteindelijk besluit ik na lang dubben en afhankelijk van mijn bui toch van de koop af te zien of - meestal - de boel aan te schaffen. En elke keer als de stapel boeken binnenkomt is het genieten. De folie wordt er afgerist, de geur van de boeken wordt opgesnoven, vervolgens snel even bladeren en eerste indrukken opdoen en dan, bijna als een verliefd meisje, de nieuwe boeken ergens neerleggen zodat je ze kunt zien, er steeds even naar kunt kijken. Het blijft steeds opnieuw een klein feestje.


Maar dan de uitverkoop in de boekwinkels...
Lange tijd ben ik er met een grote boog om boekwinkels heen gelopen, uitverkoop of niet, want als ik daar eenmaal in loop, ga ik geheid de deur weer uit met een of meerdere boeken. Als ik wèl naar binnen ga dan worden de hoek, kast, of bak met afgeprijsde boeken nooit overgeslagen en niets is lekkerder om daar juweeltjes van boeken voor een zacht prijsje aan te treffen. Daar kan ik intens blij van worden.


Maar het gekke is dat ik als er echt grote opruiming is, zoals in januari, zelden de boekwinkels in ga. Het gretige, het graaien, het bijna respectloze behandelen van het boek staat me tegen, stoot me af. De sfeer in de winkel is ook heel anders. Het kalme, vredige, bijna tijdloze van de boekwinkel is weg. Er zijn dan naar mijn gevoel geen echte lezers maar alleen maar koopjesjagers en dat maakt de winkel onrustig, je hebt het gevoel dat je op moet schieten, dat je snel moet wezen anders is alles weg. Ik kan me niet meer concentreren op de titels, op de boeken, zie alleen maar schreeuwerige prijsstickers... Het lijkt alsof mensen zo veel mogelijk boeken willen scoren voor zo min mogelijk geld. De titels maken eigenlijk niet eens zoveel uit, het is het idee dat je zo goedkoop iets kunt kopen wat ze drijft. (Of het waar is weet ik niet maar het komt wel zo over.)


Maar voor mij is een boekenopruiming de mogelijkheid om de boeken die je al zo lang wilt hebben maar gewoon te duur voor je waren, toch te kunnen aanschaffen. Het is dan fantastisch als die boeken er tussen liggen voor een prijs die je je wél kunt veroorloven.
Een andere reden om in de opruiming een boek aan te schaffen is als ik twijfel over een boek, het trekt je wel, maar het is net te duur om het als 'probeersel' te kopen. Het is zonde om 20 euro uit te geven en na 50 pagina's blijkt dat je twijfel terecht was en je niet verder wil lezen. Maar als het voor een leuk prijsje in de uitverkoop ligt dan is het minder erg. Maar om voor deze laatste boeken speciaal naar de opruiming te gaan... nee. Wel voor de wensboeken maar als het kan dan liever een stille, niet met grote letters omgeroepen, opruiming zodat je in alle rust kunt kijken en genieten en misschien spring ik dan wèl uit de band.


Dettie, 17 januari 2017

 

Vraag 2 Wat vertelt jouw boekenkast over jou?


Al jaren volg ik de fraaie, doordachte berichten en recensies van Jannie Trouwborst op haar blog Mijn Boekenkast. Vorig jaar deed Jannie mee aan de Leesuitdaging zoals die gepresenteerd werd in 'De wereld van Hendrik Jan' waarin vijftig vragen over boeken en lezen werden gesteld. Dat idee sprak me aan en dit jaar probeer ik elke week zo'n vraag van Hendrik Jan te beantwoorden.


Vandaag is vraag twee aan de beurt, 'Wat vertelt jouw boekenkast over jou?' Een interessante vraag die ik mezelf overigens nog nooit gesteld heb.


Inderdaad, wat vertellen onze boekenkasten eigenlijk over ons? Laat je met de inhoud van de kasten zien wie je bent?
Er zijn ook mensen die uiterlijk fraaie boeken kopen omdat ze er in de kast zo indrukwekkend uitzien en ze vervolgens niet lezen, bedacht ik me even later. En hoe zit het met mensen die alleen die boeken lezen die een belangrijke prijs gewonnen hebben of bijvoorbeeld in DWDD  besproken zijn? Kunnen we dan aan hun boekenkast zien wie ze zijn? Zijn dat mensen die alleen maar populaire titels lezen om erbij te horen? Of zijn dat mensen die weinig tijd hebben maar toch wel een beetje op de hoogte willen blijven van wat er zoal geschreven wordt?

Ik stelde me vervolgens voor dat ik voor het eerst bij iemand op bezoek kom en diegene heeft geen boeken in huis? Hoe is dat dan? Mis ik de boeken, mis ik de kasten? Nee, als ik eerlijk ben. Ik kom voor de persoon niet voor zijn of haar boeken.


Maar als er wél boeken in huis zijn? Wat gebeurt er dán?
Dan maakt mijn hart een sprongetje, vooral als er veel boeken zijn in grote kasten of liggend op tafel. Dan voel ik een vorm van opluchting en blijdschap en ook een vorm van thuiskomen. Ik heb de neiging om gelijk naar de kasten te stappen en te kijken wat er zoal in staat. En de vreugde is helemaal compleet als ik boeken aantref die ik zelf ook met groot genoegen gelezen heb en nog steeds koester. Er is dan gelijk een klik, een band met de eigenaar van de boekenkast. Het geeft iets extra's. Je voelt dat je met diegene wel zal kunnen opschieten.
In zoverre vertelt een boekenkast inderdaad wel iets.


Maar dan kom ik bij de gestelde vraag. Geven mijn boekenkasten weer wie ik ben? Wat vertellen mijn boekenkasten aan andere mensen?
Dat is een aparte gewaarwording als je daar ineens op gaat  letten. Ik heb meerdere boekenkasten waarvan één wordt gedeeld met mijn man, dat is de hele grote boekenkast in de huiskamer. Die kast is voornamelijk gevuld met boeken van mijn man, maar ze gaan wel over gedeelde interesses. Zoals kunstboeken, boeken over vogels, insecten, planten, de natuur, de duinen etc. De rest van de kast staat vol met boeken die het interessegebied van mijn man vertegenwoordigen zoals, schaakboeken, boeken over filosofen en filosofie, geschiedenisboeken etc.
Eén plank kan ik echt mijn plank noemen, daar staan de prentenboeken waarvan de prenten zo mooi zijn dat ik het diep in mijn hart kunstboeken noem.

In het kamertje waar mijn computer staat, staan twee hoge boekenkasten die ik de gevuld heb met 'mijn' boeken. Een plank staat vol woordenboeken en boeken over taal. Daar kan ik met enorm veel plezier in lezen en nieuwe woorden in ontdekken. Twee andere planken staan vol met poëziebundels. Ook is een plank gevuld met bijna al het werk van Sandór Márai, de door mij zeer geliefde schrijver, aangevuld met andere zeer gekoesterde romans. Verder een halve plank met boeken over schrijven en een hele plank met boeken over de wereldgodsdiensten. Een halve plank met boeken van de Spaanse bibliotheek die me gek genoeg altijd aantrekken en afstoten. Helemaal bovenin boeken over computerprogramma's die ik niet meer gebruik. Voor de rest staan in die kast twee series van 12 boeken over architecten en kunstenaars, met veel plezier gelezen, en verder de romans die ik wil houden. (ik geef namelijk ook heel veel boeken weg)
Ik noem deze kasten altijd mijn indrukwekkende kast, niet om indruk te maken maar omdat de boeken zo'n grote indruk op me maakten.

De twee hoge kasten in de slaapkamer staan daarentegen weer vol met prachtige kinderboeken en boeken over de werking van de geest, zelfreflectie, meditatie, baghavad gita, yoga, inhoudelijk en uiterlijk fraaie kleine boekjes van bijv. Seneca en Pinkola Estes, Eknath Easwaran etc. waar ik erg van kan genieten, ze worden keer op keer gelezen. Sommige boeken zijn bijna bijbeltjes geworden.
Ook staan er in die kasten boeken waarvan ik twijfel of ik ze wil houden of niet en heb ze daarom nog even 'in de wacht' heb gezet.


Kortom, als ik dit allemaal zo bekijk dan kan ik maar tot één conclusie komen. Mijn boekenkast vertelt heel veel over mij.
Leuk om er eens bij stil te staan.


(Mijn droom is overigens om een grote kamer te hebben, gevuld met boeken, daarbij een heel lange 'eet'tafel waar je meerdere boeken op kunt leggen met papier ernaast om aantekeningen te maken (ik lees altijd meerdere boeken tegelijk) én in die kamer een mooie rieten stoel met grote kussens om lekker opgekruld in te zitten lezen.  Wie weet... ooit...)


Dettie, 9 januari 2017

 

Lees meer...

Pagina 1 van 2

<< Start < Vorige 1 2 Volgende > Einde >>